roomkaas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

brood met roomkaas
Uitspraak
Woordafbreking
  • room·kaas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roomkaas roomkazen
verkleinwoord roomkaasje roomkaasjes

Zelfstandig naamwoord

de roomkaasm

  1. een zachte van room gemaakte kaas
    • Voeg de doperwten toe en bak nog een minuut. Giet de bouillon in de pan en voeg de roomkaas toe. Roer goed door. Leg de vis in de saus en voeg de dragon toe. Laat alles zachtjes koken tot de vis bijna gaar is (5-6 minuten). Snijd de zoete aardappels in plakken. Neem een ovenschaal en schep het groente-vismengsel erin. Bedek het mengsel met de plakken zoete aardappel en bak in de oven 10-15 minuten of tot een goudbruin laagje verschijnt op de pastei. Serveer warm. [2] 
    • Smeerkaas is geen roomkaas al is roomkaas vaak wel smeerbaar. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Sam de Voogt 28 december 2016
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be