rommeling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rom·me·ling
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van rommelen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rommeling | rommelingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de rommeling v
- een dof, laag geluid dat men niet alleen kan horen maar ook kan voelen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rommeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rommeling" herkend door:
52 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be