romanheld

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·man·held
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord romanheld romanhelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de romanheldm

  1. hoofdpersonage in een literair werk
     De lofzang op de individuele vrijheid, de christelijke thematiek en een romanheld die niets te maken wenste te hebben met de dorre retoriek van de bolsjewieken — het was niet wat het regime wilde horen.[2]
     De romanheld wil zichzelf verstaan in deze natuurlijke, bijna biologische sfeer, die gesymboliseerd worden door oerelementen in de natuur. De steeds aanwezige Zeeuwse klei, het slik, de duistere diepte van het water en de mysterieuze oneindigheid – die krijgen gaandeweg een sacrale glans.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396
  3. Bronlink geraadpleegd op 4 april 2022 Weblink bron
    Tjerk de Reus
    “Oek de Jong verwerkt persoonlijke antropologie in ”Pier en oceaan”” (20 oktober 2012), Reformatorisch Dagblad