roerde om

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • roer·de om
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omroeren

roerde om

  1. enkelvoud verleden tijd van omroeren
    • Ik roerde om. 
    • Jij roerde om. 
    • Hij, zij, het roerde om. 


Gangbaarheid