roepie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- roe·pie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘munteenheid van India’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1968 [1]
- uit het Sanskriet [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roepie | roepies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de roepie m
- (financieel) benaming voor verschillende munteenheden in India, Mauritius, Nepal, Pakistan, Seychellen en Sri Lanka
- Om criminaliteit en valsemunterij aan te pakken kwam de Indiase regering eind vorig jaar met een evenzeer onaangekondigde als spectaculaire actie: alle bankbiljetten van 500 en 1000 roepie werden meteen ongeldig verklaard.[3]
- Tata Steel voerde zijn productie op tot 6,83 miljoen ton, van 6,32 miljoen ton een jaar eerder. De opbrengsten stegen met zo'n 30 procent tot omgerekend bijna 5 miljard euro (353 miljard roepie). Gecorrigeerd voor eenmalige posten en het afstoten van bedrijfsactiviteiten leverde dat circa 473 miljoen euro winst op, waar vorig jaar nog een klein verlies werd geleden.[4]
Verwante begrippen
Hyponiemen
- Indiase roepie, Mauritiaanse roepie, Nepalese roepie, Pakistaanse roepie, Seychelse roepie, Sri Lankaanse roepie
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord roepie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roepie" herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "roepie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ roepie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ de Telegraaf DEVAN KALOO 23 jun. 2017
- ↑ de Telegraaf 16 mei 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be