rocambolesk
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rocambolesk (hulp, bestand)
- IPA: / ˌrokɑmboˈlɛsk / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ro·cam·bo·lesk
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans rocambolesque bn , naar Rocambole , een fictieve avonturier in verschillende verhalen van de 19e eeuwse Franse schrijver P.-A. Ponson du Terrail [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rocambolesk | rocambolesker | rocamboleskst |
verbogen | rocamboleske | rocamboleskere | rocamboleskste |
partitief | rocambolesks | rocamboleskers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
rocambolesk
- spectaculair, maar haast niet te geloven
- Het boek eindigt met een rocambolesk verhaal, en ik verwijs hier met opzet naar die ingewikkelde volkse vervolgverhalen waarin bovenmenselijke figuren rondwaren als Rocambole en Fantomas. [2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'rocambolesk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rocambolesk" herkend door:
11 % | van de Nederlanders; |
21 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ rocambolesk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Adé, G."Pierre Klossowski. Een literair overdraagbare aandoening" in: De Gids. jrg. 154 nr. 2 (februari 1991) Meulenhoff Nederland, Amsterdam; p. 91; geraadpleegd 2019-11-19
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 11 %
- Prevalentie Vlaanderen 21 %