ritssluiting

Uit WikiWoordenboek
Een ritssluiting in werking.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rits·slui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ritssluiting ritssluitingen
verkleinwoord ritssluitinkje ritssluitinkjes

Zelfstandig naamwoord

de ritssluitingv

  1. een sluiting bestaande uit twee rijen in elkaar grijpende metalen of kunststof haakjes
    • De ritssluiting heeft de knoop als sluiting verdrongen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen