rillende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ril·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | rillen |
rillende
- verbogen vorm van rillend, het onvoltooid deelwoord van rillen
Bijvoeglijk naamwoord
rillende
- verbogen vorm van de stellende trap van rillend
vervoeging van: | rillen |
verbogen vorm: | rillendee |
rillende
rillende