rij grijs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rij grijs
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
grijsrijden |
rij grijs
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden
- Ik rij grijs.
- gebiedende wijs van grijsrijden
- Rij grijs!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van grijsrijden
- Rij je grijs?
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord rij grijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.