reisblog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • reis·blog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reisblog reisblogs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

reisblog m/o

  1. verslag over een reis dat men publiceert op het internet
     "Eerst Pamir fietsen, dan sterven." Dat schreef René Wokke (56) op 20 juli wrang genoeg op het reisblog waarin hij en Kim Postma (58) hun fietstocht door Azië bijhielden. Van Thailand naar Iran wilden ze fietsen, maar gisteren werd bekend dat Wokke en Postma - mogelijk opzettelijk - zijn aangereden in het zuiden van Tadzjikistan. Wokke en drie andere fietsers kwamen daarbij om het leven, Postma ligt nog in het ziekenhuis.[1]
     Ze baalden flink, die camera had 700 euro gekost en ze gebruikten 'm dagelijks voor hun reisblog om hun jaar in het buitenland vast te leggen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 10 juli 2023 Weblink bron “Slachtoffers fietsdrama Tadzjikistan wilden van Thailand naar Iran” (Maandag 30 juli 2018, 18:24), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 10 juli 2023 Weblink bron “GoPro na wereldwijde zoekactie terug bij Nederlands stel” (Woensdag 17 augustus 2016, 18:04), NOS