reil
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- reil
Werkwoord
vervoeging van |
---|
reilen |
reil
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reilen
- Ik reil.
- gebiedende wijs van reilen
- Reil!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reilen
- Reil je?
Noors
Zelfstandig naamwoord
reil
- verouderde spelling of vorm van reile tot 2005
- (verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, mannelijk
Nynorsk
Zelfstandig naamwoord
reil
- verouderde spelling of vorm van reile tot 2005
- (verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud, mannelijk
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 4
- Oude spelling van het Noors van voor 2005
- Verouderd in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 4
- Oude spelling van het Nynorsk van voor 2005
- Verouderd in het Nynorsk