refuseert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·fu·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
refuseren |
refuseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van refuseren
- Jij refuseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van refuseren
- Hij refuseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van refuseren
- Refuseert!
Gangbaarheid
- Het woord refuseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.