redigeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·di·geert

Werkwoord

vervoeging van
redigeren

redigeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redigeren
    • Jij redigeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van redigeren
    • Hij redigeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van redigeren
    • Redigeert!