rechtzinnigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • recht·zin·nig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtzinnigheid rechtzinnigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rechtzinnigheidv

  1. het zuiver in de leer zijn
     Hopelijk zou het eten zich normaliseren in de dagen voor oudejaarsdag wanneer niemand meer zijn ideologische rechtzinnigheid hoefde te manifesteren aan de eettafel.[2]
  2. oprechtheid
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044640496