recenseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: recenseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·cen·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
recenseren |
recenseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recenseren
- Jij recenseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van recenseren
- Hij recenseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van recenseren
- Recenseert!