rebellie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·bel·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rebellie rebellieën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rebelliev

  1. opstandigheid tegen het wettig gezag
    • Willem de Zwijger was de leider van de rebellie tegen de Spanjaarden. 
  2. opstandigheid in het algemeen
    • Buurland Senegal, al jarenlang de grootste tegenstander van Jammeh in de regio, heeft zijn eigen appeltje te schillen met Gambia. „Ik vermoed dat de Senegalezen proberen de rebellen uit Cassamance uit te schakelen”, zegt een westerse diplomaat in Banjul. De trouwste en wreedste soldaten van Jammeh kwamen uit de Zuid-Senegalese regio Cassamance, waar al enkele decennia een rebellie suddert van separatisten. Jammeh steunde die rebellie en rekruteerde onder de opstandelingen voor zijn gevreesde paramilitaire eenheid de Junggulars. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Koert Lindijer 26 januari 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be