reanimeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: reanimeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·ani·meert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
reanimeren |
reanimeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reanimeren
- Jij reanimeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van reanimeren
- Hij reanimeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van reanimeren
- Reanimeert!