quoteert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • quo·teert

Werkwoord

vervoeging van
quoteren

quoteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quoteren
    • Jij quoteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van quoteren
    • Hij quoteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van quoteren
    • Quoteert!