puik

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • puik
Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Middelnederlandse puuc, oorspronkelijk "beste soort laken of wol". [1] In de betekenis van ‘voortreffelijk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1406.[2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen puik puiker puikst
verbogen puike puikere puikste
partitief puiks puikers -

Bijvoeglijk naamwoord

puik

  1. (informeel) helemaal in orde, perfect
    • Je hebt puik werk geleverd! 
Synoniemen
  1. uitstekend, uitmuntend

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen