psychologiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • psy·cho·lo·gi·seert

Werkwoord

vervoeging van
psychologiseren

psychologiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van psychologiseren
    • Jij psychologiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van psychologiseren
    • Hij psychologiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van psychologiseren
    • Psychologiseert!