programmering
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·gram·me·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van programmeren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | programmering | programmeringen |
verkleinwoord | programmerinkje | programmerinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de programmering v
- het programmeren
- (media) vaststelling van de uit te zenden radio- of tv-programma's
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord programmering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.