programmeerde voor

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·gram·meer·de voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorprogrammeren

programmeerde voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voorprogrammeren
    • Ik programmeerde voor. 
    • Jij programmeerde voor. 
    • Hij, zij, het programmeerde voor. 


Gangbaarheid