proeft

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • proeft

Werkwoord

vervoeging van
proeven

proeft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proeven
    • Jij proeft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van proeven
    • Hij proeft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van proeven
    • Proeft!