prioriteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: prioriteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pri·o·ri·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
prioriteren |
prioriteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prioriteren
- Jij prioriteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prioriteren
- Hij prioriteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van prioriteren
- Prioriteert!