pretendeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pretendeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pre·ten·deert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pretenderen |
pretendeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pretenderen
- Jij pretendeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pretenderen
- Hij pretendeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pretenderen
- Pretendeert!