prapi
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pra·pi
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Surinaams - Nederlands [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | prapi | prapi's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
prapi
- (huishouden) (religie) aardenwerken kom die men gebruikt in de winticultuur
Gangbaarheid
- Het woord prapi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.