potverteert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: potverteert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pot·ver·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
potverteren |
potverteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van potverteren
- Jij potverteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van potverteren
- Hij potverteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van potverteren
- Potverteert!