poplin

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

shirts gemaakt van poplin
Uitspraak
Woordafbreking
  • pop·lin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord poplin
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de poplinv

  1. (textielindustrie) licht en luchtig weefsel van zijde en linnen
     'Ik slaap zeven uur. Als ik om twee uur ga slapen, sta ik op om negen uur. Als ik om middernacht naar bed ga, slaap ik tot zeven uur. Ik sta niet vroeger op - het huis mag ontploffen, ik slaap zeven uur. Ik draag een lang, wit nachtshirt uit een materiaal dat poplin imperial heet. Voor mij ontworpen door Hilditch & Key in Parijs, naar het ontwerp van een zeventiende eeuws nachthemd dat ik in het Victoria and Albert Museum zag'.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

29 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. poplin op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron
    idl
    “Een dag in het leven van Karl Lagerfeld” (20/03/2012), De Standaard
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be