pompist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pom·pist
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van pompen met het achtervoegsel -ist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pompist | pompisten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de pompist m
- (beroep) iemand die pomp- en menginstallaties bedient, reinigt en onderhoudt
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pompist" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be