polychromeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·ly·chro·meert

Werkwoord

vervoeging van
polychromeren

polychromeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polychromeren
    • Jij polychromeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van polychromeren
    • Hij polychromeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van polychromeren
    • Polychromeert!