pokert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·kert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pokeren |
pokert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pokeren
- Jij pokert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pokeren
- Hij pokert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pokeren
- Pokert!
Duits
Uitspraak
Woordafbreking
- po·kert
Werkwoord
pokert
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van pokern
pokert
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van pokern
pokert
- tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd gebiedende wijs bedrijvende vorm van pokern
Verwante begrippen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Verouderd in het Nederlands
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 6
- Woorden in het Duits met audioweergave
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Duits