poenig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- poe·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | poenig | poeniger | poenigst |
verbogen | poenige | poenigere | poenigste |
partitief | poenigs | poenigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
poenig
- een poenig persoon laat te duidelijk zien dat hij veel geld heeft
- Jongens hangen rond bij hun ontmoetingsplaats, als een dure SUV stopt aan de rand van de sloppenwijk in Nairobi. Een jonge vrouw – poenig gekleed, felle lippenstift, hoge hakken – stapt over het modderige pad naar de auto, waarvan de deur galant openzwaait. „Gelukspoes”, roepen de jongens haar na. Zij weten dat ze geen kans maken bij Sarah, ze heeft een relatie met een rijke man, haar sugar daddy. [1]
Gangbaarheid
- Het woord poenig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poenig" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Koert Lindijer 5 augustus 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be