plundert leeg

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plun·dert leeg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
leegplunderen

plundert (…) leeg

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegplunderen
    • Jij plundert leeg. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegplunderen
    • Hij plundert leeg. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van leegplunderen
    • Plundert leeg! 

Gangbaarheid