plagende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pla·gen·de
Werkwoord
vervoeging van: | plagen |
plagende
- verbogen vorm van plagend, het onvoltooid deelwoord van plagen
Bijvoeglijk naamwoord
plagende
- verbogen vorm van de stellende trap van plagend
vervoeging van: | plagen |
verbogen vorm: | plagendee |
plagende
plagende