placemat

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

diverse placemats
Uitspraak
Woordafbreking
  • place·mat
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘onderlegger’ voor het eerst aangetroffen in 1954 [1]
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord placemat placemats
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de placematv / m

  1. (huishouden) onderlegger voor het eetgerei van één persoon dus één couvert

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen