plaatst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plaatst

Werkwoord

vervoeging van
plaatsen

plaatst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsen
    • Jij plaatst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaatsen
    • Hij plaatst. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van plaatsen
    • Plaatst!