pestslachtoffer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pest·slacht·of·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pest en slachtoffer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pestslachtoffer | pestslachtoffers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het pestslachtoffer o
- (medisch) iemand die de ziekte de pest heeft opgelopen
- Het pestslachtoffer werd in quarantaine verzorgd.
- slachtoffer van pesten (ww)
Gangbaarheid
- Het woord 'pestslachtoffer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.