percuteur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·cu·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van percuteren met het achtervoegsel -eur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | percuteur | percuteurs |
verkleinwoord | percuteurtje | percuteurtjes |
Zelfstandig naamwoord
percuteur
- onderdeel van een granaat dat percussie (een stoot) de ontsteking van het springmiddel veroorzaakt
Gangbaarheid
- Het woord 'percuteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.