percoleerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·co·leer·de

Werkwoord

vervoeging van
percoleren

percoleerde

  1. enkelvoud verleden tijd van percoleren
    • Ik percoleerde. 
    • Jij percoleerde. 
    • Hij, zij, het percoleerde.