percoleer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·co·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
percoleren |
percoleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van percoleren
- Ik percoleer.
- gebiedende wijs van percoleren
- Percoleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van percoleren
- Percoleer je?