pensioneert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pensioneert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pen·si·o·neert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pensioneren |
pensioneert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pensioneren
- Jij pensioneert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pensioneren
- Hij pensioneert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van pensioneren
- Pensioneert!