passerdoos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: passerdoos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pas·ser·doos
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van passer zn en doos zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | passerdoos | passerdozen |
verkleinwoord | passerdoosje | passerdoosjes |
Zelfstandig naamwoord
- doos met tekenbenodigdheden waarin ten minste één passer zit
- ▸ ' Verschuur, met een kleur, stapte terug naar z'n plaats, en van alle kanten werd hem gevraagd: 'Wat wās het, wat krijg jij?' Maar de voorste jongen had al gelezen wat de meester achter Verschuurs naam zette, en in een wip wist de hele klas het: 'n passerdoos had Verschuur moeten vragen.[2]
- ▸ Juist, waar Kees net over dacht; maar nu vond hij in-eens, dat een passerdoos ook een stomme keuze zou zijn.[2]
Gangbaarheid
- Het woord passerdoos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ 2,0 2,1 Theodorus Johannes Thijssen“Kees de jongen” (1923), C.A.J. van Dishoeck Citefout: Ongeldig label
<ref>
; de naam "Kees de jongen" wordt meerdere keren met andere inhoud gedefinieerd.