pantocratie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: pantocratie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pan·to·cra·tie
Woordherkomst en -opbouw
- van het Griekse 'pas' (2e nv. pantos) (geheel) met het voorvoegsel pan- met het achtervoegsel -cratie [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pantocratie | pantocratieën |
verkleinwoord | pantocratietje | pantocratietjes |
Zelfstandig naamwoord
de pantocratie v
- het zoveelste mooie woord voor alleenheerschappij
Gangbaarheid
- Het woord 'pantocratie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.