pakkede

Uit WikiWoordenboek

Deens

Woordafbreking
  • pak·ke·de

Werkwoord

pakkede

  1. verleden tijd van pakke


Noors

Woordafbreking
  • pak·ke·de
Naar frequentie 26773

Bijvoeglijk naamwoord

pakkede, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van pakket

pakkede, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van pakket
Schrijfwijzen