overtreed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·treed

Werkwoord

vervoeging van
overtreden

overtreed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtreden
    • Ik overtreed. 
  2. gebiedende wijs van overtreden
    • Overtreed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtreden
    • Overtreed je? 
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
overtreden

overtreed

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overtreden
    • ... dat ik overtreed.