overtraden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overtraden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·tra·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overtreden |
overtraden
- meervoud verleden tijd van overtreden
- Wij overtraden.
- Jullie overtraden.
- Zij overtraden.
- Wij overtraden.
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overtreden |
overtraden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overtreden
- ...dat wij overtraden.
- ...dat jullie overtraden.
- ...dat zij overtraden.
- ...dat wij overtraden.