overspeelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overspeelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·speelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overspelen |
overspeelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overspelen
- ... dat jij overspeelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overspelen
- ... dat hij overspeelt.
vervoeging van |
---|
overspelen |
overspeelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overspelen
- Jij overspeelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overspelen
- Hij overspeelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overspelen
- Overspeelt!