overrompelende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·rom·pe·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | overrompelen |
overrompelende
- verbogen vorm van overrompelend, het onvoltooid deelwoord van overrompelen
Bijvoeglijk naamwoord
overrompelende
- verbogen vorm van de stellende trap van overrompelend