overnaads

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·naads
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen overnaads overnaadser overnaadst
verbogen overnaadse overnaadsere overnaadste
partitief overnaads overnaadsers -

Bijvoeglijk naamwoord

overnaads

  1. (scheepvaart) met overlappende naden gemaakt

Meer informatie

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen