overkluist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overkluist (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·kluist
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overkluizen |
overkluist
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkluizen
- Jij overkluist.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overkluizen
- Hij overkluist.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overkluizen
- Overkluist!